De Puberavond
De wereld wordt, ook voor jonge mensen, steeds veeleisender. Via Sociale Media krijgen ze beelden uit de hele wereld, in een constante stroom. Informatie is vrij beschikbaar. Ze kunnen meer, ze weten meer – maar ondanks dat ze op school leren rekenen en schrijven, leren ze weinig over wie ze zijn – hoe ze een eigen weg vinden tussen al die indrukken, hoe ze kunnen omgaan met dat wat bij het leven hoort – teleurstelling, liefde, met elkaar leven. Tijdens de puberavonden spreekt Linda Hoitinga met jonge mensen over wat hun bezighoudt.
door Linda Hoitinga
  

Om actueel te beginnen: door de Corona-crisis zijn er nu geen puberavonden?
Nee. Wel komen er 2 meisjes van 13. Zij komen al enkele jaren bij me, en met hen kan ik de regels goed naleven – afstand houden, handen desinfecteren, mondkapjes bij binnenkomst. Ze vroegen of er niet altijd een puberavond voor meisjes kon komen. Ik denk dat jongens en meisjes van elkaar kunnen leren, maar het is ook goed – er komen andere dingen naar boven, die ze nu wél durven te vertellen. Kinderen denken snel dat dat waar ze mee zitten iets geks is, kinderachtig is, of dat een vraag als dom zal overkomen. Toch vertrouwen ze me inmiddels zo dat ze dingen, beetje bij beetje, bespreekbaar durven te maken. Het gaat dan vooral over: hoe lig ik in de groep, hoe moet ik me gedragen. Ben ik te dik.

Hoe ziet zo’n puberavond er uit?
We beginnen met ontspannen – een meditatie, met ademhalingsoefeningen. Ik zeg dan wel: het gaat er niet om hoe je er bij zit. Ga zitten zoals je zelf lekker zit. Zodat iedereen even tot zichzelf komt. Voor elke les bereid ik een onderwerp voor. Dat kan ik zelf kiezen, of de groep heeft het zelf aangedragen in een eerdere les. Ik vraag dan bijvoorbeeld: wat is zelfvertrouwen? Heb je dat? Waar blijkt dat uit? En dan begint het gesprek.

Komt het voor dat zo’n gesprek niet op gang wil komen?
Ik heb wel onderwerpen bedacht waarvan bleek dat ze er totaal niet mee bezig waren. Over dat je geen dingen moet doen, alleen om er bij te willen horen. Of over online pest-gedrag. De groep die ik had bleek daar totaal geen last van te hebben.
Toch let ik altijd heel erg op verborgen signalen. Daar ben ik heel gevoelig voor. Als ik iemand op een bepaalde manier zie slikken… dat weet ik dat het er wél is, maar op dat moment een no-go gebied is, en dat mag. Ik heb geleerd dat je niet altijd direct een oplossing moet aandragen in een gesprek. Dan wordt het snel te veel. Als een puber, na het overwinnen van veel schroom, zegt: ‘ik voel me dom’, dan kan ik wel zeggen ‘je bent niet dom’, maar dat werkt niet. Ik vraag dan: ‘Waarom vind je dat?’. Dan blijkt bijvoorbeeld dat ze die gedachte baseren op wat ‘iemand’ een paar jaar geleden terloops gezegd heeft. Ik stel vragen zodat ze zelf op antwoorden kunnen komen, als het begin van een oplossing.


Gebruik je voorbeelden uit je eigen jeugd?
Ja. Als ik zelf terugkijk naar mijn eigen jeugd – dan vind ik jammer dat wat ik nu doe, er toen niet was. Zoals toen het ging over ‘je dom voelen’. Dan zeg ik: dat voelde ik me vroeger ook. En dan kijken ze je aan van: jij? Dat je dat zonder schaamte laat blijken, dat helpt hun om ook open te zijn. Ik wil dat ze zien dat de aannames die je in je hoofd maakt, versterkt worden. Wat je aandacht geeft, dat groeit. Als je blijft zeggen dat je dom bent, dan wordt je dat uiteindelijk ook – passief. De rode draad is eigenlijk: iedereen heeft talenten. En waarom benoemen we altijd datgene waar we niet goed in zijn? Waarom kun je wel tegen een vriendin zeggen: ‘dat kan jij goed’, en is het tegelijkertijd zo moeilijk om dat over jezelf te zeggen? Vraag meisjes in de pubertijd om naar zichzelf te kijken in de spiegel, en 9 van de 10 breekt. Kan dat niet, en gaat huilen.

Hoe zorg je ervoor dat de kinderen je vertrouwen?
Nou – dat is geen strategie, dat is denk ik een gevolg van wie ik ben en waar ik voor sta. Er is wel een afspraak: wat we hier bespreken blijft tussen ons. Tenzij je zélf iets over jezelf naar buiten wilt brengen. In principe vertel ik niet aan ouders wat er is besproken. Als ik merk dat een kind ergens mee zit, dan overleg ik met hem of haar – wil je dat we dit samen met je ouders bespreken. Alleen als het echt urgent is, kan ik daarvan afwijken. Want ik zal nooit het vertrouwen van een kind kunnen schaden.

Ik denk dat ze me vertrouwen omdat ik liefdevol ben, maar ook direct en eerlijk. Bijvoorbeeld als het gaat over het uitdagen van leraren. Ik zeg in mijn lessen: wat maakt dat je zo over een leerkracht praat? Hoe zou het zijn als die leraar jouw vader of moeder was? En denk aan je eigen onzekerheid – hoe moet het zijn als je voor 30 kinderen staat, die allemaal wat van je vinden? Dan ga ik staan, beeld het uit. Wat straal je uit als je zo de klas binnen komt lopen? Ik ben dan expressief, duidelijk. Zodat ze ook zien dat ik me niet afvraag hoe ik overkom – en dat je anders mag zijn en doen tijdens de puberavond. En dat je alles kunt bespreken. Want pubers praten graag. Zolang je ze maar in hun waarde laat.

Zijn er weleens spelbrekers – kinderen die het gesprek verstoren?
Ja, en dat hoort er ook bij. Er was een jongen die altijd het woord wilde voeren, en niemand liet uitpraten. En dat zegt ook iets over het kind. Ik heb dat toen indirect aandacht gegeven, door de volgende les te laten gaan over hoe je elkaar ruimte kunt geven, en over luisteren naar anderen. Een andere puber werd gestuurd door zijn moeder. Hij vond het totaal niets, maar mocht niet afhaken. Ik heb er toen over nagedacht hem te weigeren, maar ik voelde ook dat hij het nodig had. Ik wilde hem iets bieden dat hem verder hielp. En dat is gelukt. Hij was blij aan het einde van het jaar dat hij weg mocht. En toch denk ik dat het hem heeft geholpen.

Als het over jongens gaat – dan gaat het ook over hoe stoer je moet zijn. Maar hoe stoer is het niet als je gewoon jezelf blijft? Ik heb nu iemand in mijn groep die heel duidelijk weet wat hij wil. Die wil leren. Hij zegt: “Als ik er niet bij hoor als ik een 10 haal, dan maar niet.” Niet ieder kind staat even sterk in zijn schoenen in dat opzicht. Maar ze zien zo wel dat er keuzes zijn die je kunt maken. Ik zeg soms tegen de kinderen: niet iedereen kan je aardig vinden. Als je maar dicht bij jezelf blijft.

Krijgen de kinderen huiswerk mee naar huis?
Nee, ik geef geen huiswerk mee. Ik zeg wel wat ze eventueel zelf thuis kunnen doen, maar het hoeft niet. Bijvoorbeeld: bedenk aan het einde van iedere dag 2 dingen over jezelf die je helemaal te gek vond. Ik vraag ze dan niet om na te denken over wat béter had gekund. Pubers zijn al te veel bezig met wat niet goed aan hunzelf is. Ik heb liever dat ze dat in de les doen. Een meisje zei: “ik weet dat ik me dan slecht gedraag, maar ik weet niet waaróm ik dat doe.” Ik zeg dan: denk erover na welke omstandigheden er waren. Of je iets herkent dat steeds terugkomt.


Ik kan me voorstellen dat een gesprek soms heel breekbaar wordt. Dat je voelt dat iemand zich open stelt.
Ja, soms wordt het gesprek heel puur, heel breekbaar. Heel mooi. Ik kom ook bijna altijd optimistisch thuis na een puberavond. Ik kan me voorbereiden op de les, en ik werk die ook uit – wat ik zal zeggen, wat ik kan vragen. Maar dat is geen vast recept. Vaak gebeuren er tijdens de dynamiek van het gesprek zulke prachtige dingen – dat kun je van te voren niet bedenken. Hoe krachtig praten kan zijn, hoe mensen steeds weer een manier vinden om met problemen om te gaan.

Na een les, als iedereen weg is, dan blijf ik vaak nog even, om te overdenken wat er is gebeurd. Dat iemand een begin van een oplossing heeft gevonden voor waar hij of zij al zo lang mee worstelde. Daar doe je het voor.

Als ik dan denk dat ik iets anders had kunnen doen, dan kom ik daar op terug bij een kind. Zodat ze ook zien dat ik ook fouten maak. Ik ben er erg alert op dat niemand ‘bezeerd’ raakt – emotioneel. Er was een jongen, en een meisje maakte een grapje over zijn kleren. Op een manier waardoor duidelijk was dat het helemaal niet slecht bedoeld was – bijna kameraadschappelijk. En ik zie dat de jongen daardoor gekwetst is, in zijn schulp kruipt, emotioneel wordt. Ik wist ook dat hij weleens gepest werd. Ik stop de les dan, en vraag ‘wat gebeurt er nu?’. En dat verwachten ze niet. Dat je het benoemt. En het meisje was ook erg verbaasd – ze had totaal niet ingezien dat ze iets had gezegd dat kwetsend was. Waardoor de jongen ook direct zag dat zijn pijn voor een deel vanuit zijn eigen gevoel kwam. Dat je de de intenties van anderen ook verkeerd kunt beoordelen.



De puberavond vindt elke 2 weken plaats, en duurt van 19.00 tot 20.00 uur. De leeftijd is vanaf 12 jaar. Afhankelijk van het aantal aanmeldingen zijn er ieder schooljaar 1 of meerdere groepen. Aanmelden kan ook tussentijds. De kosten bedragen € 7.50 per avond. Voor meer informatie, of voor aanmeldingen zie contact.